Discipelschap

God schiep man en vrouw met gelijke waarde maar met verschillende kwaliteiten om God te dienen in verschillende rollen. Elke christen, man of vrouw, is een discipel van Jezus. Leren te doen wat Jezus deed, dat noemen we discipelschap. Elke man wordt door God geroepen om een goede leider te worden. Dit geldt in de eerste plaats voor het huwelijk, waarbij een man het hoofd van zijn gezin is. Daarnaast geldt het ook in de kerk voor bedieningen, zoals bijvoorbeeld het voorgangersschap, huissamenkomstleiders, evangelisatieleiders, voordienstleiders en toneelgroepleiders. De bijbel spreekt over deze leidende rol van mannen in bijvoorbeeld 1 Timotheus 3:

Het is een waar woord: als iemand opziener wil worden, is dat een eerzaam streven. Een opziener moet onberispelijk zijn. Hij kan slechts de man van één vrouw zijn en hij moet sober, bezonnen, gematigd, gastvrij en een goede leraar zijn. Hij mag niet te veel drinken of driftig zijn, maar moet vredelievend en vriendelijk zijn, en niet geldzuchtig. Hij moet zijn huisgezin goed leiden en op een waardige manier gezag over zijn kinderen uitoefenen. Als iemand geen leiding kan geven aan zijn huisgezin, hoe zou hij dan voor de gemeente van God kunnen zorgen?

Om mannen voor leiderschap te trainen en ze te helpen om hun roeping van God te vervullen, sturen wij ze niet naar een bijbelschool, maar trainen wij ze in de praktijk van de lokale activiteiten van onze kerk in Delft. Ook Jezus trainde zijn discipelen door de activiteiten in zijn eigen leven.

Van tijd tot tijd worden er in onze kerk “serious men” klassen georganiseerd, waarbij mannen in een groep samenkomen. Zij worden geïnspireerd en uitgedaagd voor belangrijke zaken in hun persoonlijke geestelijke groei en om de kerk tot groei te brengen.

Aanvullend zijn er ook landelijke discipelschapstrainingen in Zwolle. Die trainingen helpen om visie en geestelijke waarden over te brengen op discipelen. Er wordt hun richting gegeven uit het Woord van God om ze te trainen in karakter. De trainingen helpen discipelen om zich verder te ontwikkelen in bediening (vooral leiderschap), om hun huwelijk en gezin te leiden. Een belangrijk onderdeel is ook om te leren zelf discipelen te maken en dus zelf vruchtbaar te worden.